Ephor werkt nauw samen met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), onder andere aan evidence-based geneesmiddelenrapporten voor ouderen. Binnen het CBG zijn onlangs twee nieuwe medewerkers aangetrokken voor dit werk, die samen met Hilda Kuin de samenwerking met Ephor vorm geven. Hieronder stellen zij zich voor.
Jan
Span Jan Span is
arts (niet praktiserend). Hij is werkzaam geweest op de afdeling endocriene
zieken in het Radboud UMC. Sinds 1989 is hij daarnaast ook werkzaam bij het
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.
Tijdens de opleiding tot klinisch farmacoloog heeft hij op de afdeling
geriatrie van het Radboud UMC onderzoek gedaan naar geneesmiddelengebruik bij
ouderen. Als expert voor de European Medicine Agency (EMA) heeft hij meegewerkt aan
verschillende richtlijnen, o.a. de “Guideline on the clinical investigation of
medicinal products for the treatment of urinary incontinence” en de “Reflection
paper on physical frailty: instruments for baseline characterisation of older
populations in clinical trials”.
Jan is
getrouwd met een specialist ouderengeneeskunde. In discussies met haar merkte
hij dat betrouwbare informatie vinden over geneesmiddelen bij ouderen voor
zorgverleners niet altijd makkelijk is. De mogelijkheid om aan te sluiten bij
het Ephor team wordt door Jan gezien als een kans om het geneesmiddelen gebruik
bij ouderen verder te verbeteren en om de beschikbare informatie op een
makkelijke en betrouwbare manier te ontsluiten.
Ineke Crijns Ineke Crijns is arts, farmaceutisch geneeskundige, en sinds 2000 werkzaam bij het aCBG als beoordelaar geneesmiddelenbewaking. Tussentijds heeft zij promotieonderzoek gedaan naar de naleving van het zwangerschapspreventie programma voor isotretinoïne. Zij is lid van de werkgroep ‘Special populations’ en daardoor betrokken bij o.a. geneesmiddelgebruik bij ouderen. De functie bij Ephor trok haar aan om het onderzoek bij het aCBG naar geneesmiddelen bij ouderen verder te brengen. Daarnaast kan haar expertise vanuit geneesmiddelenbewaking van dienst zijn bij het vaststellen van adviezen voor geneesmiddelgebruik door ouderen, zoals het identificeren van mogelijke bijwerkingen en onderzoek hiernaar. Door haar nationale en internationale contacten kan de veiligheid van geneesmiddelgebruik door ouderen een meer prominente plaats krijgen op de desbetreffende agenda’s. Daarnaast is zij onderzoeker toegepaste wetenschap en wil zij zorg dragen dat de beschikbare kennis over ouderen toegepast wordt.